Lange gedichten 1

 

 

Toe

 

Er liep een kip door Medemblik

op zoek naar zaad en wormpjes

Maar hij vond enkel puddinkjes

nog warm en in hun vormpjes

 

De kip vroeg aan die puddinkjes:

Zijn hier ook ergens zaadjes?

Maar pudding praat niet, weet je wel?

Ze hielden hun gelaatjes

 

Of weet u dan een wormpje soms?

Dat zou 'k ook best wel lussen

Maar alle toetjes bleven toe

De kip kneep ervantussen

 

Toch, eentje bleek toen wel bespraakt

Haar voornaam was Saroma

Ze riep: Ik weet waar wormpjes zijn

Ze kronkelen door oma

 

De kip die hoorde het niet meer

die lag al in een coma

 

 

 

Modineus

 

Je kent het plaatsje Dedemsvaart

(waar ooit die kangoe roeide)?

Dan weet je ook dat daar de

neuzenteelt geweldig bloeide

 

Men kwam van heinde en van ver

om daar een neus te passen

want keuze was er daar volop

dat zal je niet verrassen

 

Je had ze lang en smal en dik

in allerhande maten

Je had augurken, krentjes

oliebollen en tomaten

 

Maar ook klassiek, verfijnd of

statig kon je daar verkrijgen

om over drank- en aardbei-

wip- of fop- nog maar te zwijgen

 

Toch kwam er op een kwade dag

de klad in deze handel

De neuzenmode van dat jaar

was toentertijd amandel-

 

Die soort bleek wegens het klimaat

onmogelijk te kweken

De middenstand heeft daardoor

lelijk op zijn neus gekeken

 

Een zakenman uit Waspik liet

die neus toen importeren

en ging de Dedemsvaartse

nijverheid beconcurreren

 

De klanten vonden snel hun weg

naar Waspik, tot hun vreugde

(hetgeen dus ook de importeur

dat snap je wel, verheugde)

 

De neuzenhandel zakte in

daar in het Dedemsvaartse

dus de spiraal der nijverheid

werd daardoor een neerwaartse

 

Wat deed de concurrentie toen,

niet heel erg genereus?

Die trok naar die uit Dedemsvaart

een vette lange neus

 

De kangoe roeit daar nu nog steeds

(terwijl de kroko dilt)

maar verder is in Dedemsvaart

de atmosfeer verstild

 

voor mijn jeugdheld Daan Zonderland

 

 

 

Tietenlied

 

Een model met dikke tieten

kon ontiegelijk genieten

van de afgunst van de grieten

en de aandacht van de heren

 

Ja, ze wist zich te verkopen

door er kinky bij te lopen

en het aantal open knopen

zeer ruimhartig te doseren

 

Zo werd zij eens meegenomen

door een nogal hoge ome

die van plan was klaar te komen

tussen deze dikke bollen

 

En ze liet zich vlot verleiden

en naar 'n studiootje rijden

Maar, zo gaat het met die meiden

het kwam niet tot dartel dollen

 

Want dit goed gewelfde meisje

vroeg een meer dan aardig prijsje

voor dit hormonale reisje

en hij wilde niet betalen

 

'O, ik dacht dat je op mij viel'

zei hij. Daar ze hem niet bijviel

pakte hij gekwetst zijn rijwiel

en dat was voor beiden balen

 

 

 

Brillied

 

WC-bril zijn is mijn beroep

Mijn leven draait om pies en poep

Het is een eigenaardig vak

in dienst te staan van zeik en kak

 

Een bril geeft doorgaans beter zicht

maar ik beneem juist alle licht

aan wat er onder mij gebeurt

en wat daar dampend ligt en geurt

 

Een bril die heb je meestal op

maar hier staat alles op zijn kop:

de mensen nemen plaats op mij

en laten dan hun afgang vrij

 

Gewoonlijk ben ik heel tevree

(behalve dan bij diarree)

Mijn nut is groot, zoals je weet

want zonder mij: een kouwe reet

Lange gedichten 2

 

 

Schaatspret

 

Schaatsen is mijn grote ideaal

over vaart en meer, sloot en kanaal

Honderd kilometer door de kou

is me liever dan, pakweg, een vrouw

IJs heeft grote attractiviteit

al raak ik veel lichaamsdelen kwijt

 

Laatst een teen en ook mijn linkeroor

ondanks dat het slechts 10 graden vroor

Vingers, ach ik mis er wel een paar

maar ik schaats dan ook al twintig jaar

Ook mijn wenkbrauw viel een keer ten prooi

aan de antipode van de dooi

 

En mijn neus, 't was toch een lelijk ding

't spijt me niks dat die verloren ging

Tja mijn ooglid, ach ik had er twee

en met ééntje ben ik heel tevree

Duim, testikels en mijn onderlip

kom, een sportman maakt zoiets niet sip

 

En een kin, zo snel als die bevriest

Logisch, dat je die een keer verliest

Ook mijn tweede oor viel reuze mee

't Is aerodynamisch wel een pré

Zonder wangen kom je ook een end

't Is voor watjes rot, niet voor een vent

 

Tja, mijn tong was daarna aan de beurt

maar een kniesoor die daarover zeurt

Vorig jaar verloor ik ook mijn pik

Over zoiets maak ik me niet dik

 

Als ik maar de ijzers onder heb

Dat is waarin ik genoegen schep

 

 

 

Vies

 

De schoonheid van de wereld ligt

besloten in wat vies is

dus als de wereld mooier wordt

beland ik in een crisis

 

De vraag is trouwens of hetgeen

dat vies is, ook echt vies is

en of verlies van schoonheid ook

daadwerkelijk verlies is

 

Dus als ik op jouw oksel of jouw

wreef of op jouw lies pis

dan is het maar de vraag of dit dan

schoonheid danwel vies is

 

En sinds ik naar de tandarts ga

weet ik pas wat verlies is

maar is de wereld lelijker

omdat ik nu een kies mis?

 

Ik dacht van niet geëerd publiek

De grond van mijn gebries is

dat 's mensen drang naar esthetiek

bewijst, dat men vrij mies is

 

 

 

Beginnersfoutje

 

Uw vrouw is maar een nageboorte

Een rib slechts uit uw blote lijf

Zij loopt (verhuld in stof) te pronken

met naakte wellust, 't vunzig wijf

 

Gij gaat gezamenlijk ter kerke

en looft de Heer om Zijn fatsoen

Dat bloot was een Beginnersfoutje

Zo'n Schepping, 'k geef het Je te doen!

 

 

 

Knapenhymne

 

Een koorknapenaars

Een koorknapenaars

Die prachtige billen

Dat toogje in 't paars

Dat ik die wil nemen

is dat zoiets raars?

Lang leve de koorknapenaars

 

Dat prachtig rozetje

zo jong, schoon en klein

dat vinden wij paters

uitzonderlijk fijn

Dit bloempje van mals

jongejongetjesvlees

zet menige pater

toch vroeger of later

wel aan naar de drang tot gekees

 

En kijk eens, dat plassertje

zo onberoerd

Vindt God het zo vreemd

dat dat mij sterk vervoert?

Dat huidje, zo wit en zo

zacht en zo rein

Is 't mij niet vergeven

dat ik daar heel eventjes

één mee wil zijn?

 

Gelukkig dat ik naar de

vrouwen niet taal

Die bollen, die kutspleet

dat oogt toch banaal?

Voor voortplantings-

doeleinden is 't ideaal

maar deze manninnen

kan ik niet beminnen

Geef mij maar een koorknapenpaal

 

Momenten van zwakheid

die kent iedereen

Wij biechten dit op en

in het algemeen

wordt dit ons vergeven

door God, onze Heer

dus kan men weer verder

als Godvrezend herder

en ook tot een volgende keer

 

Dat prachtige lijfje

zo rein en zo teer

dat is een creatie

van God, onze Heer

en wat Hij creëert

kan zo zondig niet zijn

Dus staat onze fluit

godsvruchtig vooruit

en schenden wij teder en fijn

Lange gedichten 3

 

 

Met mate

 

Een frons ontmoette laatst een paf

De klik die reusde achtig

Ze waren beiden van komaf

en eveneens woonachtig

 

Ze babbelden een lieve lust

en overeenden menig

Ze wederwaardigden te kust

en heden nooit onenig

 

Ze paapten smul in restaurants

en lorumden in kroegen

De alco holde hen in trance

Ze ladderden met zattemans

 

Ze vrolijkten niet langer Frans

De alco haalde uit balans

Ten leste niet verdroegen

 

Ze kotsten beu en spuugden zat

en dreven uit elkander

De murw woont nou in Trinidad

De paf die ergenst ander

 

Dus alco je een keertje hol

dan wetenst het wel waardig

dat lopen wenselijk niet vol

en niet alleen rijvaardig

 

 

 

Dwang

 

Waarom moet een stekelvarken

elke avond pekel harken?

Waarom moet een koningsvaren

altijd bijenhonig sparen?

 

Waarom moeten klootjesslakken

telkens zoete broodjes bakken?

Rijmdwang is een ware kwaal

Geef mij maar gebarentaal

 

 

 

 

Het fijne

 

Bijna alle stekelbaarsjes

hebben last van pekelaarsjes

daar zij zoute scheten laten

en zodoende hete gaten

in het water produceren

waarin zij dan copuleren

 

Maar, wat ik steeds aan hun kop zie:

minder neuken is geen optie

Graag doen alle baarzen stout

daarom zijn hun aarzen zout

En al geeft dat helse pijnen

liever dat, dan niet het fijne!

 

 

 

Art

 

Wat rot voor de zot dat het lot

hem zo bot heeft getart

Wie wazig is, wauwelt wat wollig

en dikwijls verward

 

Wie stram is, gaat stroef en staat stokstijf

versteend en verstard

Wie bang is, die beeft en die bibbert

en heeft het benard

 

Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is

de roe en de gard

Wat fijn voor 't chagrijn dat venijn hem

vilein maakt en hard

 

Wat sneu dat die neukende reu

met een keu wordt gesard

(Die keu waar die reu mee gedeukt werd

kwam van het biljart)

 

Ik kwijl en word geil als de pijl

in de roos komt bij dart

Je weet dat een scheet overzee

bij de Brit heet: a fart

 

Wie autorijdt racet, peest of sjeest

als een beest of hij knart

Een fractie, een deel, een fragment

of een flard of een part

 

Toe brei eens een eind aan die

rijmelarij, beste bard

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb